Schakel JavaScript in om de bestand uploader te gebruiken.
De informatie vormt dé opening om van de verdeling van de schaarse ruimte in Nederland weer een gemeenschapstaak te maken, rechtvaardig en duurzaam. Met als ambitie het bevorderen van het ‘Bruto Nationaal Geluk’. De meeste partijen willen weer een minister van Ruimtelijke Ordening. Wij denken dat er meer nodig is om de kwaliteit van onze leefruimte te borgen en doen daarom enkele handreikingen aan de informateur.
De opdrachten die er voor het nieuwe kabinet liggen zijn duidelijk: ingrijpende klimaatmaatregelen, vergroenen, verduurzamen, bouwen en ongelijkheid en gezondheidskwesties aanpakken. Een lange lijst urgente kwesties die een grote impact op de ruimte hebben.
Voor al die claims tegelijk is er niet genoeg land, het ruimtetekort is becijferd op drie keer ‘bruikbaar’ Nederland (Claims op de bodem, rapport uit 2020). Niet alles kan dus. Ontwikkelingen gaan bovendien steeds sneller en hun onderlinge impact is moeilijk in te schatten. Dat vraagt een nieuwe strategie. Eén die functies combineert.
In tien jaar tijd één miljoen woningen opleveren, inclusief voorzieningen en infrastructuur, vergt meer dan een kwantitatieve inspanning. Te simpele ‘oplossingen’ zoals woontorens en grootschalig bouwen in weilanden kunnen we ons niet meer veroorloven. Bouwen en klimaatmaatregelen als windmolens en zonneparken lopen steeds vaker vast op Europese wet- en regelgeving en op verzet van burgers. Door nu zowel stad als platteland breed te verduurzamen, door te laten zien wat de potenties zijn, zowel maatschappelijk als economisch, kunnen we het verschil maken.
Allereerst dient er een minister van Leefomgeving te komen die, mits over voldoende armslag beschikkend, borg staat voor een integrale aanpak. Want de sectorale aanpak, die vooral deelbelangen dient, is bewezen achterhaald.
Zet daarbij onafhankelijke instituten (zoals het Planbureau voor de Leefomgeving) in die alle relevante sectoren verbinden, zoals volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economie, milieu, duurzame energiewinning, landbouw en waterhuishouding; maar ook gedragswetenschappen, juridische zaken en technologische vernieuwing. Laat die instituten niet alleen voor de rijksoverheid werken, maar ook voor provincies, regio’s en gemeenten, die er immers niet voor zijn geëquipeerd.
Maak daarnaast jaarlijks de balans op van de fysieke ruimte, vergelijkbaar met de rijksbegroting elke derde dinsdag van september. De schaarse ruimte vraagt om zo’n jaarlijkse update en prognose van verschuivingen in het grondgebruik en dient te worden behandeld door de Tweede Kamer. Dat maakt het proces transparanter en democratischer.
De afgelopen jaren is veel ruimte versnipperd, verrommeld en dichtgeslibd. Denk aan fonkelnieuwe wijken vlak bij wegkwijnende bedrijventerreinen of naargeestige leegstand van kantoren en ruimte slurpende distributiecentra. Door op te ruimen wat niet meer nodig is, kunnen we sterk aan leefkwaliteit winnen en creëren we waardevolle ruimte in al verstedelijkt gebied.
Kijk vanaf nu naar de opgaven op gebiedsniveau en pak die integraal aan. Verlaat de ‘wie betaalt, bepaalt’-aanpak, zet in op samenwerking en samenhang. Het Rijk stelt de vraagstukken en ambities vast, belanghebbenden en de markt denken mee over de oplossingen, onder het motto: het beste voor het project, voor de stad, voor de regio. Europese milieurichtlijnen en stimuleringsprogramma’s zoals de Green Deal stimuleren dit om te komen tot een economie van verduurzaming.
We kunnen op veel meer plekken vandaag nog beginnen met zo’n integrale aanpak en tegelijkertijd bouwen aan een langetermijnvisie over hoe wij over 30 of 50 jaar in dit land willen wonen, werken en leven. Een helder perspectief geeft richting en duidelijkheid. Een sterk signaal aan burgers, maar ook een kader voor private en particuliere investeerders.
Nederland is te waardevol om onbezonnen vol te bouwen. Er moet daarom een gezamenlijke aanpak komen, gericht op de lange termijn, waarin duurzame verstedelijking en natuurontwikkeling complementair zijn, van het klimaatakkoord van Parijs tot lokaal woongeluk.
Dat levert een nieuw economisch model op waarmee Nederland zich als duurzaamheidsspecialist op de kaart kan zetten. De economische baten van de gebiedsgerichte aanpak in Maastricht waren ingeschat op 12 miljoen euro. Twee jaar na de opening van de tunnel bleek het al 220 miljoen te zijn, zo berekende het Centraal Planbureau: bijna het twintigvoudige. Het momentum voor een koerswijziging is nú. Dus, geachte informateur, wij rekenen op u.
Bron: Volkskrant